Bruno Tobback

Nieuwsartikel

Europese defensie-investeringen mogen niet leiden tot dure wapenwedloop zonder veiligheidswinst

Het Europees Parlement heeft haar onderhandelingsmandaat
goedgekeurd voor het investeringsprogramma voor de Europese defensie-industrie (EDIP). “Het kan niet de bedoeling zijn dat we onder Europese lidstaten een soort wapenwedloop organiseren die niet bijdraagt aan de veiligheid van onze bevolking,” zegt Europees Parlementslid Bruno Tobback (Vooruit). “We verwachten een betere samenwerking tussen de lidstaten en échte coördinatie op het Europese niveau.”

Woensdag 7 mei 2025

Het voorstel van de Europese Commissie maakt deel uit van een bredere strategie rond de Europese defensie-industrie en voorziet 1,5 miljard euro om de weerbaarheid en paraatheid en concurrentiekracht van de Europese technologie- en defensie-industrie te versterken. “De Europese Unie en haar lidstaten zullen de komende jaren miljarden spenderen aan veiligheid en defensie”, zegt Tobback. “Met EDIP willen we ervoor zorgen dat ze dat geld verstandig investeren. Dat wil zeggen: op een gecoördineerde manier en in Europese bedrijven.” Met de goedkeuring van het mandaat is het Parlement klaar om de finale onderhandelingen met de Commissie en de lidstaten aan te vatten.

Niet ieder voor de eigen industrie 

Het parlement pleit voor een versterkte samenwerking tussen de lidstaten en meer coördinatie op het Europese niveau. “Van bij de start hebben we aangegeven dat Europese defensie meer moest zijn dan een optelsom van het defensiebeleid van de lidstaten”, zegt Tobback. “Dit is het enige programma dat daadwerkelijke samenwerking en integratie van de Europese defensie-industrie en -capaciteit garandeert.”

Het Parlement pleit daarom voor een verhoging van het budget tot 20 miljard euro. “We moeten vermijden dat Europese lidstaten onder elkaar aan een mini-wapenwedloop beginnen. Zeker als die wedloop enkel gericht is op hun eigen defensie-industrie. Daar zagen we recent nog het levende bewijs van in het dossier van de aankoop van Franse legervoertuigen”, zegt Tobback. “Daarom willen we dat de lidstaten een grotere bijdrage leveren en nationale middelen poolen. Dat zal operationele voordelen opleveren, maar zal ons op het einde van de rit ook veel geld besparen.”

Het parlement vraagt dat een groter aandeel van die middelen naar kleinere defensiebedrijven en KMO’s gaat. “Met hogere financieringspercentages en maatregelen die een brede geografische dekking garanderen willen we vooral KMO’s en start-ups bijkomende ondersteuning geven. De oorlog in Oekraïne toont ook aan dat tanks het op het hedendaagse slagveld afleggen tegen drones, satellieten, sensoren, cyber-capaciteit en AI.  Zo snel mogelijk zoveel mogelijk tanks en schepen aankopen is dus niet noodzakelijk de beste investering in onze veiligheid”, zegt Tobback.

Made in Europe 

De Europese fondsen moeten vooral ook de weerbaarheid, concurrentiekracht en autonomie van de Europese Unie en haar industrie bevorderen. “Het kan nooit de bedoeling zijn dat Europese fondsen ertoe leiden dat Europa nog meer aangewezen is op Amerikaanse of Chinese bedrijven voor haar veiligheid en defensie. Het doel van die investeringen is en blijft om Europa minder afhankelijk te maken”, zegt Tobback. “Dat Europees geld moet dus in eerste instantie naar Europese bedrijven gaan. Daarom willen we de financiering beperken tot bedrijven met een Europese hoofdzetel. Om de waardenketens van defensieproducten te versterken moet in de toekomst 70% van de componenten uit de Unie afkomstig zijn.”

Het parlement wil ook de rol van de Europese Commissie en het Parlement bij de programmering versterken. “Wat telt is de veiligheid van de Europese bevolking, niet de nationale politieke of economische belangen van individuele lidstaten”, zegt Tobback. “In de planning en programmering moet de Europese Commissie een grotere rol kunnen spelen. Zeker wanneer het gaat over de ontwikkeling en uitrol van projecten die voor de hele Europese Unie van strategisch belang zijn, zoals het Europees luchtafweerschild of een cybersecurityschild.” In crisissituaties moet de Europese Commissie snel kunnen schakelen om ervoor te zorgen dat defensiebedrijven prioriteit geven aan de behoeften van de lidstaten en dat belemmeringen in de interne markt worden weggenomen.

Meer middelen voor Oekraïne

Het Parlement wil vijf miljard extra steun voorzien voor de Oekraïense defensie-industrie. “De steun aan Oekraïne moet meer zijn dan mooie woorden en vage beloftes”, zegt Tobback. “De Oekraïners vechten vandaag voor onze vrijheid en onze veiligheid. Met de bijkomende middelen willen we de positie van Oekraïne in de Europese projecten versterken en hun bijdrage aan onze gezamenlijke defensiecapaciteit versterken. We kunnen veel leren van de ervaring die zij de afgelopen jaren – helaas – hebben kunnen opdoen.”

Tobback is tevreden met de positie van het Parlement. “Europa moet niet naïef zijn. Als we de vrede en veiligheid van de Europese Unie willen bewaren, dan moeten we in staat zijn om onszelf te verdedigen. Maar veiligheid is een breed verhaal. Een Europese vredesarchitectuur moet meer zijn dan een optelsom van de nationale defensieplannen. Dat is ook wat we met deze tekst op tafel leggen.”