Het moderniseren en uitbreiden van het Europese elektriciteitsnet moet nu een prioriteit worden. Dat schrijft de Commissie Industrie en Energie van het Europees Parlement in een nieuw rapport dat vandaag werd goedgekeurd. Europees Parlementslid Bruno Tobback (Vooruit) hield mee de pen vast. “Hoog tijd dat Europa een turbo zet op de investeringen in haar energie-infrastructuur”, zegt Tobback. “Het energienet vormt de ruggengraat voor de welvaart van morgen.”
Ons energienetwerk is misschien het minst zichtbare, maar tegelijk het meest cruciale netwerk van onze samenleving en onze economie. Een fijnmazig en complex netwerk van hoogspanningskabels en distributienetten. In ons land alleen al gaat het om 8000 km aan kabels. “Maar dat net staat vandaag voor grote uitdagingen”, zegt Tobback. Veertig procent van het netwerk dateert van voor 1980. “Bovendien zit het net overvol. Dat zorgt ervoor dat we de betaalbare energie die we vandaag al produceren niet tot bij gezinnen en bedrijven krijgen. We verspillen goedkope energie om de simpele reden dat we niet in staat zijn om ze te transporteren. Er wacht ons een enorme investering om dat Europese netwerk klaar te maken voor de toekomst.”
Bigger and better
Het rapport van de Commissie Industrie en Energie (ITRE) vraagt om het investeringstempo in het energienet stevig op te drijven. Er groeit een steeds grotere kloof tussen de hernieuwbare energie die we kunnen opwekken en de infrastructuur om die energie te transporteren. Terwijl het aantal investeringen in hernieuwbare energie is verdubbeld sinds 2010 en nog verder moet stijgen als we écht werk willen maken van betaalbare elektrificatie, is het aantal investeringen in het net gestagneerd. “Het net moet worden gemoderniseerd en uitgebreid. Daarvoor moet meer worden geïnvesteerd”, zegt Tobback. “Bovendien is het Europese net vandaag onvolledig. De ontbrekende schakels moeten worden weggewerkt.”
Tobback verwijst naar de ontbrekende connectie tussen Spanje en Frankrijk of de verbinding tussen Denemarken en België. “Toen enkele weken geleden in Spanje en Portugal het licht plots uitging, konden andere landen onvoldoende bijspringen omdat de verbinding ontbreekt. We verwachten dat de Commissie werk maakt van bindende doelstellingen voor die grensoverschrijdende connecties.”
Betere coördinatie en afstemming
De parlementsleden vragen dat er dringend werk wordt gemaakt van betere coördinatie. “Investeringen zijn vandaag vaak inefficiënt omdat lidstaten en regio’s – zowel in de planning, als in de uitrol van nieuwe infrastructuur – vaak alle kanten uitschieten,” zegt Tobback. “Er is een betere doorstroming van informatie tussen alle niveau’s nodig om de netinvesteringen efficiënter beter te laten renderen.” Het rapport wil de coördinerende rol van de Europese koepel van energieregulatoren (ACER) daarvoor versterken.
“Netinfrastructuur en de technologie daarachter wordt vandaag vaak op maat gemaakt, maar dat levert grote verschillen op tussen de Europese lidstaten”, zegt Tobback. “Die kakofonie zorgt voor vertragingen in het vernieuwen of uitbreiden van infrastructuur. Ze maakt het voor bedrijven die het materiaal produceren ook moeilijk om efficiënt op te schalen, wat de prijzen zou kunnen doen dalen. Daarom willen de parlementsleden infrastructuur standaardiseren en meer duidelijkheid scheppen over welke infrastructuur we waar nodig hebben. “Ook zullen lidstaten vergunningen sneller moeten afleveren. Het is een heel ingewikkelde puzzel met veel puzzelstukjes, die we veel beter in elkaar moeten doen passen.”
Financiering
Om de modernisering van het net te realiseren zal er jaarlijks zo’n 600 miljard euro aan investeringen nodig zijn. “Dat betekent dat de investeringen tegen 2030 moeten verdubbelen”, zegt Tobback. “Om de druk op de lidstaten en de regio’s te verminderen, willen we werk maken van een apart fonds voor energienetwerken, ingebed in de reeds bestaande Connecting Europe Facility.” Vandaag gaat het om slechts 5.84 miljard euro voor de periode 2021 – 2027. De parlementsleden willen dat bedrag dus stevig optrekken en vragen dat een groter aandeel van het CEF wordt uitgetrokken voor netwerkinvesteringen. Netwerkbeheerders moeten makkelijker toegang krijgen tot die Europese fondsen, ook wanneer ze op nationaal niveau worden beheerd. In samenspraak met de lidstaten moet gekeken worden naar een vereenvoudiging van de bestaande procedures en de oprichting van een centraal loket voor lidstaten met een veelvoud aan kleinere spelers.
Toch zal publieke financiering alleen niet volstaan. “Een belangrijk deel van de investeringen zal uit de private sector komen. Door garanties te bieden via de Europese investeringsbank moeten private investeerders gestimuleerd worden om de investeringen in het net uit te voeren”, zegt Tobback.
Lagere prijzen
Die inspanningen moeten zich ook vertalen in lagere energieprijzen voor consumenten en bedrijven. “Dat is cruciaal om de koopkracht van gezinnen en de concurrentiekracht van de Europese industrie te beschermen”, zegt Tobback. “Met het moderniseren van onze energienetten zorgen we er niet alleen voor dat we betaalbare energie tot bij de mensen krijgen. Het vormt ook de ruggengraat voor de welvaart van morgen.”
Om zeker te zijn dat die inspanningen zich ook vertalen in lagere kosten, vraagt de commissie dat niet-energiegerelateerde kosten uit de netwerktarieven worden geschrapt. Slechts een beperkt deel van de verhoogde kost mag worden doorgerekend aan de eindgebruiker. “En er moeten bijkomende maatregelen genomen worden om de meest kwetsbare gebruikers extra te beschermen”, zegt Tobback. “Energie is een basisrecht. Daar willen we niet aan raken.” Met het rapport legt de energiecommissie een basis voor het aankomende Netwerkpakket van de Europese Commissie. “De afgelopen maanden hebben we verschillende keren de boodschap gegeven aan de bevoegde Commissaris dat er sneller werk moet worden gemaakt van dat pakket”, zegt Tobback. Ondertussen heeft de Commissie bevestigd dat het Netwerkpakket niet volgend jaar – zoals eerder aangekondigd – maar al eind dit jaar verwacht wordt. “Met dit rapport maken we duidelijk dat we ambitie, durf en snelheid verwachten. Nu is het aan de Europese Commissie om met deze eisenbundel aan de slag te gaan.”