Bruno Tobback

Opiniestuk

Europese Commissie moet nu tandje bijsteken met concrete voorstellen en financiering van Europese competitiviteitsagenda

Over exact één week presenteert de Europese Commissie haar Clean Industrial Deal en haar actieplan voor schone en betaalbare energie. De eerste initiatieven van de tweede Commissie von der Leyen om de concurrentiekracht van de Europese industrie op te krikken. “De richting zit juist en de intenties zijn goed”, reageert Europees Parlementslid Bruno Tobback (Vooruit). “Wat nu nog ontbreekt zijn de concrete voorstellen én het geld waarmee de Commissie die ambitie wilt waarmaken. Tijd om een tandje bij te steken.”

Woensdag 19 februari 2025

Competitiviteit is overduidelijk de eerste gang op het Europese menu. Met een snel veranderende geopolitiek, nakende handelsoorlogen en de Europese industrie in zwaar weer maakt de tweede Commissie von der Leyen een prioriteit van het industrieel beleid en het versterken van de concurrentiekracht van onze industrie. Zowel de Clean Industrial Deal, als het actieplan voor schone en betaalbare energie passen in die strategie.  

 

“Met deze plannen maakt de Commissie een doorvertaling van de aanbevelingen van het Draghi-rapport. De richting is duidelijk en de intentie zit goed,” reageert Europees Parlementslid Bruno Tobback. “Maar wat vandaag op tafel ligt is ook niet meer dan een resem aan goede intenties. De Commissie moet nu wel een tandje bijsteken om die ook te vertalen in concrete voorstellen en maatregelen. De Europese Unie moet nu snel en gefocust te werk gaan.”  

 

Schone en betaalbare energie 

 

De Commissie wilt vier grote werven aanpakken. De eerste daarvan is de nood aan betaalbare energie. “Dat is echt cruciaal voor gezinnen en bedrijven. 40 miljoen Europeanen slagen er vandaag niet in om hun energiefactuur te betalen. Voor bedrijven is de kostprijs van de energiefactuur in de afgelopen jaren verdubbeld”, zegt Tobback. “De energiefactuur moet nu écht snel omlaag. Dat kan door overbodige kosten aan te pakken, minder afhankelijk te worden van dure geïmporteerde fossiele brandstoffen en te investeren in onze energieinfrastructuur.” 

 

Door de tarieven aan te pakken en overbodige kosten uit de energiefactuur weg te snijden wilt de Commissie de energiefactuur meteen doen dalen. Door in te zetten op contracten op lange termijn wil de Commissie de impact van hoge en volatiele gasprijzen op de prijs van elektriciteit verlagen.

“Nieuwe hernieuwbare energieprojecten moeten veel sneller worden uitgevoerd”, zegt Tobback. “Een nieuwe windmolen vergunnen en bouwen neemt vandaag snel tot 7 jaar in beslag. Bij investeringen in het distributienet loopt dat op tot 10 jaar. Kortere deadlines en meer gestroomlijnde vergunningsprocedures moeten die doorlooptijd drastisch omlaag halen. Hier ligt een grote opdracht voor de Europese lidstaten.”  

 

De Commissie wilt tegelijk bijkomend investeren in onze energie-infrastructuur. “We moeten ons net uitbreiden en versterken, we moeten het efficiënter gebruiken en we moeten de ontbrekende linken tussen verschillende lidstaten wegwerken”, zegt Tobback. “Vandaag zijn we te veel een verzameling van 27 kleine energienetten. We moeten dus beter plannen en coördineren, de hoge kosten van dergelijke investeringen mee opvangen en de impact ervan op de energiefactuur verkleinen. Dat doen we het best op Europees niveau.”  

 

Tobback vindt dat de Commissie ook de kloof tussen de investeringen in hernieuwbare energie en de plannen voor het net moet aanpakken. “We bouwen windmolens waar geen kabels naartoe lopen en trekken kabels zonder dat er snel windmolens geplaatst worden”, zegt Tobback. “Die mismatch aanpakken is een cruciaal om zo snel mogelijk betaalbare elektriciteit naar bedrijven en gezinnen te brengen.”

Eigen producten

De producten die we zelf produceren, moeten we ook zelf leren gebruiken. “Door de regels voor openbare aanbestedingen aan te passen, duurzaamheidscriteria toe te voegen en minimale gebruikspercentages voor onze eigen duurzame materialen op te leggen, stimuleren we de aankoop van proper staal en cement dat in Europa wordt geproduceerd”, zegt Tobback. “Als we zelf het properste staal ter wereld produceren, is het absurd dat we het niet gebruiken in onze windmolens en onze wagens.” De maatregelen zijn een belangrijke steun voor twee industrietakken die vandaag onder zware druk staan door concurrentie uit onder meer China. “Het gaat niet alleen over strategische industrieën, het gaat hier ook over héél veel jobs”, zegt Tobback. “Of we geven ze een toekomst door ze te beschermen of we schrappen ze. Dat is een duidelijke keuze.”  

 

Onze economie moet een stuk circulairder worden. “Ook hier zijn we vandaag te afhankelijk van derde landen”, zegt Tobback. “Waar dat duurzaam mogelijk is, kunnen we mijnen ontginnen, maar grondstoffen en kritieke materialen zijn hoe dan ook niet in overvloed aanwezig in Europa. Eens ze hier zijn, moeten we ze dus vooral hier houden en hergebruiken.” Tobback wijst op de voorstellen om meer te investeren in circulaire economie, de export van kritieke grondstoffen te beperken én hergebruikte grondstoffen minder te taxeren.  

 

Show me the money

“Mooie initiatieven”, zegt Tobback. “Maar de vraag blijft hoe de Europese Commissie dat alles wilt financieren. Het is een discussie die de Commissie maar voor zich uit blijft schuiven.” Volgens Tobback is er nochtans geen gebrek aan geld. “We geven jaarlijks zo’n 400 miljard euro uit aan het importeren van duur gas en dure olie. Dat is al de helft van het jaarlijkse bedrag waar Draghi in zijn rapport gewag van maakt.” 

 

“Men spreekt van een versterking van het innovatiefonds, een competitiviteitsfonds en nieuwe maatregelen om ook privaat kapitaal mee in te zetten voor deze plannen. Maar veel blijft hangen in de vaagheid. Door de discussie over de financiering voor zich uit te schuiven probeert de Commissie de kool en de geit te sparen en alle lidstaten tevreden te houden, maar daar hebben de Europese bedrijven natuurlijk weinig aan.” 

 

Meer dan een markt 

 

Ook de sociale agenda moet nog worden aangescherpt. “Een competitiviteitsagenda moet goed zijn voor de bedrijven en de mensen. Dus ook voor de werknemers in die bedrijven”, zegt Tobback. Voorlopig zet de Commissie alleen maar in op het versterken van technische opleidingen en vaardigheden van werknemers.  “Ook werknemers moeten winnaars worden bij de Europese industriële agenda. Dat betekent: goede lonen, gezonde werkomgevingen en betere controle op de bestaande regels om sociale dumping op arbeidsmarkt te vermijden, blijven belangrijk. Dat zien we hier niet in terug.” 

 

“Nu wordt het uitkijken naar het échte werk”, zegt Tobback. “Ik denk dat iedereen beseft dat het vijf voor twaalf is en actie broodnodig is. Het mag niet blijven bij mooie plannen.”